We zijn fiscale masochisten

Interview Eric De Keuleneer, Solvay Brussels School

  • De Standaard
  • donderdag 27 december 2012,
  • Auteur: Pascal Dendooven

Eric De Keuleneer pleit voor een sociale-zekerheidsladder: hoe ouder de werknemer, hoe lager de SZ-bijdragen. 

BRUSSEL – Het fiscaal regime in België is masochistisch omdat het de verkeerde fiscale prikkels geeft. Eric De Keuleneer pleit voor een hervorming die de fiscaliteit eerlijker verdeelt én jobs redt.

België heeft al een reputatie voor zijn fiscaal schizofreen karakter. Nergens wordt arbeid zwaarder belast dan hier, terwijl kapitaal weinig of niet wordt belast. In Frankrijk verlaagt de regering de kosten van arbeid met 20 miljard euro en worden de rijken harder aangepakt. En dus komen rijken zoals Bernard Arnault (LVMH) en Gérard Depardieu naar België zonder dat dit voor België aantoonbare voordelen heeft.

Eric De Keuleneer, professor aan de Solvay Brussels School, gaat in zijn vaststelling nog een stap verder. ‘We zijn masochistisch. Nuttige geldstromen, bijvoorbeeld spaarders die geld willen investeren in een aandeel of een bedrijfsobligatie, worden belast via een roerende voorheffing van 25 procent. ‘Nochtans zetten bedrijven die geld ophalen (via aandelen of obligaties), dat doorgaans nuttig in. Maar we moedigen fiscaal wel aan dat het geld naar een spaarboekje vloeit, waar het niet altijd goed gebruikt wordt.’

Banken weten met het vele geld op de spaarboekjes geen blijf en doen er soms gekke dingen mee. Als het fout afloopt, moet de overheid in de bres springen. Meerwaarden op aandelen zijn dan weer belastingvrij en dat werkt ook nog eens misbruik van vennootschapsstructuren in de hand.

‘Ik pleit voor een globale fiscale hervorming waarbij we het goede, het bevrijdend karakter van de roerende voorheffing, behouden. Maar dat tarief kan beter worden verlaagd naar 15% à 20% en dan gelden voor alle beleggingswinsten: ook voor de meerwaarden op aandelen (het nettobedrag na verrekening van minwaarden).

De vrijstelling van 1.900 euro op het spaarboekje zou dan weer beter voor alle producten gelden. ‘Er bestaan in België tal van fiscale regeltjes waarvoor misschien wel een reden is, maar het probleem is dat er misbruik van gemaakt wordt. Vermijden dat een holding twee keer belasting betaalt, is logisch. Maar het wordt absurd als inkomsten een definitief belast statuut krijgen als ze nog nooit belast werden.’

De holdings genieten bovendien ook nog eens van gunstige (dubbele) belastingverdragen met verschillende landen. Voor particulieren is het omgekeerd. Een gewone belegger die een buitenlands aandeel koopt, betaalt in de praktijk dan weer twee keer roerende voorheffing.

‘Holdings worden in België fiscaal zeer goed behandeld, wat positief is voor holdings die nuttig zijn bijvoorbeeld omdat ze toelaten dat families hun geld gunstig herbeleggen in de economie. Het wordt een probleem als het systeem het mogelijk maakt dat men in de praktijk nooit belasting betaalt.’

De fiscale concurrentie tussen Europese lidstaten levert die staten uiteindelijk weinig op. Een Europese aanpak zou helpen om misbruiken in te perken, meent De Keuleneer.

‘België heeft de impliciete keuze gemaakt om arbeid stevig te belasten en kapitaal weinig. Het gevolg is dat men geleidelijk aan de belaste tewerkstelling uit het land wegjaagt. Ofwel worden werknemers vanaf een bepaalde leeftijd uitgestoten via brugpensioen ofwel wordt een deel van het loon in het zwart betaald. Er is nu ook een groeiende grijze zone via mensen die in België werken onder buitenlandse contract.’

Zegt De Keuleneer: ‘Voor veel bedrijven is de belastingdruk hoog wegens de hoge sociale-zekerheidsbijdragen. We moeten ons eens afvragen of het echt dat is wat we willen?’ Volgens hem is het verschil tussen de hoge totale kost van arbeid en wat netto in het loonzakje zit, de belangrijkste Belgische handicap. Dit is niet alleen een probleem voor de industrie maar ook voor de dienstensector die per definitie arbeidsintensief is. ‘En voor kmo’s en startende ondernemingen die veel minder genieten van subsidies en de notionele-intrestaftrek.’

Het ontmoedigt de werkgever om jobs te creëren, en werknemers om te werken. Multinationals gebruiken dit argument om te pleiten voor het handhaven van fiscale gunstregimes zoals de notionele-intrestaftrek. De Keuleneer ziet die uitzonderingen liever verdwijnen en verkiest één tarief van 22% à 25%.

60-plussers

Volgens De Keuleneer is het mogelijk op een vrij pijnloze manier de fiscaliteit te hervormen. Hij stelt voor om met de 60-plussers te beginnen en voor die groep lagere sociale-zekerheidsbijdragen te hanteren. ‘Veel zou het niet kosten, want er zijn maar weinig 60-plussers die werken.’

De Keuleneer stelt een progressief systeem voor: per jaar dat een werknemer ouder wordt, neemt de sociale-zekerheidsbijdrage (voor de werkgever en werknemer) af. Oudere werknemers zouden de loonladder niet meer beklimmen en baremaverhogingen laten vallen. Dit model van leeftijdsgebonden sociale-zekerheidsbijdragen zou ook toegepast kunnen worden voor 55-plussers en op termijn misschien zelfs voor 50-plussers.

‘Een verlaging van het tarief van de roerende voorheffing, een vermindering van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de gunstregimes zou per saldo meer in het overheidslaatje brengen. Als je dan ook nog eens de consumptie iets meer belast, schep je de marge om de sociale-zekerheidsbijdragen te reduceren waardoor je meer mensen aan het werk kan houden, wat de sociale uitgaven vermindert.’

Posted by Eric De Keuleneer at 10:20